Vorige week kwam het bericht dat Leo Waaijers op 85-jarige leeftijd is overleden. Een grote en onverwachte schok omdat ik enkele weken daarvoor nog met hem uit eten was geweest.
In 1988 trad Leo de wereld binnen van de wetenschappelijke bibliotheken, eerst als was bibliothecaris van de TU Delft (waar hij het iconische bibliotheekgebouw van de TU Delft realiseerde – binnen het budget zoals hij graag opmerkte), toen van de Wageningse universiteit, daarna manager bij het SURF platform ‘ICT en onderzoek’. Na deze banen in loondienst werd hij Open Access consultant, richtte QOAM op en werd gastonderzoeker bij het CWTS in Leiden. Leo is nooit met pensioen gegaan!
Leo was een onvermoeibare strijder vóór Open Access en tegen de machtspositie van de grote wetenschappelijke uitgevers. Hij was talloze keren auteur en spreker op congressen, waar hij – vaak licht provocatief – innovatieve ideeën naar voren bracht en voor actie pleitte. En hij was een meester in het bedenken van concrete acties om iets in gang te zetten.
Zijn nalatenschap is dan ook indrukwekkend. Hij scoorde nationale en internationale bekendheid met het opzetten van het succesvolle ‘Keur der wetenschap’ ofwel ‘Cream of Science’. Een initiatief om aan de Open Access repositories van de universiteiten een kwaliteitsimpuls te geven door aan 200 vooraanstaande wetenschappers te vragen of zij al hun wetenschappelijke publicaties daarvoor wilden beschikbaar stellen. Hij ontving daarvoor in 2008 de SPARC Europe Award for Outstanding Achievements in Scholarly Communications. Hierna richtte Leo zijn aandacht op het wetenschappelijke uitgeefproces zelf en richtte Quality Open Access Market op. QOAM is bedoeld om de kwaliteit van een tijdschrift te laten bepalen door de auteurs zelf en daarmee de dominantie van de ’journal impact factor’ van een commerciële partij te doorbreken. Onvermoeibaar als altijd, publiceerde hij samen met collega’s van het CWTS in mei van dit jaar nog een pleidooi om een publicatie-infrastructuur te bouwen buiten de uitgevers om.
Ik ontmoette Leo in 1993 toen ik directeur werd van het toenmalige Nederlands Bureau voor Onderzoeksinformatie (NBOI) en hij als bibliothecaris van de TU Delft in het bestuur zat. Tijdens zijn periode bij SURF heb ik verscheidene opdrachten gedaan, o.a. een grote inventarisatie van repositories in Europa voor het Europese DRIVER project. Toen Leo Open Access consultant werd hebben we een aantal opdrachten samen gedaan en schreven rapporten met titels als ‘Surfboard for Riding the Wave’; ‘Authority files breaking out of the library silo’ en ‘Quality of Research Data, an operational approach’. Tijdens een opdracht bij de bouw van de nieuwe bibliotheek in Birmingham waren we onverwacht snel klaar met de ochtendsessie en hadden nog vele uren voordat ons vliegtuig vertrok. Bij de lunch gingen we helemaal op in ons gesprek met als gevolg dat we het vliegtuig hebben gemist!
De Open Access beweging zal Leo’s ideeën en initiatieven node missen. Hij liep in zijn denken soms wel 20 jaar voor (onder andere met een idee om publiceren en peer review te splitsen – toen heel raar, nu een geaccepteerd idee) en heeft Open Access enorm verder weten te brengen. Hij laat een enorm gat achter, ook in mijn leven – ik zal onze discussies enorm missen!