Toegangsvormen tot wetenschappelijke publicaties
Voor het UKB – en gefinancierd door de Stichting Pica – heb ik een onderzoek uitgevoerd over toegang vormen tot wetenschappelijke informatie. Er waren twee onderzoekslijnen: (A) hoe kunnen onderzoeksinstellingen die niet tot het UKB behoren toegang krijgen tot paywalled wetenschappelijke artikelen en (B) wat zijn betekenisvolle toegangsvormen voor het brede publiek? Bij het laatste gaat het vooral om Open Access wetenschappelijke artikelen. In deze blog wil ik over het laatste wat meer vertellen.
Doelgroepen en de belangrijkste drempel
Wie van het brede publiek wil wetenschappelijke artikelen lezen? Er kunnen grofweg drie categorieën onderscheiden worden:
- Extramurale onderzoekers, bijvoorbeeld citizen scientists, onafhankelijke onderzoekers of onderzoekers bij het bedrijfsleven, die artikelen willen raadplegen ten behoeve van hun eigen onderzoek.
- Evidence-informed beroepspraktijken, zoals onderwijsprofessionals of beleidsmakers en NGO’s die hun handelen zoveel mogelijk op wetenschappelijke gronden willen baseren.
- Individuele burgers die vanuit belangstelling, studie of voor een belangrijke beslissing wetenschappelijke informatie willen verzamelen.
Wat belemmert deze doelgroepen bij het raadplegen van wetenschappelijke artikelen? Allereerst natuurlijk de betaalmuren, maar de laatste jaren worden internationaal gezien circa de helft van de artikelen Open Access gepubliceerd. Die artikelen kunnen dus zonder meer geraadpleegd worden. Uit onderzoek onder Nederlandse gebruikers blijkt echter dat wetenschappelijk taalgebruik én Engels de belangrijkste drempel vormt: een zogenaamd layman abstract (in lekentaal, al klinkt dat in het Nederlands wat onvriendelijk) zou een grote drempel kunnen wegnemen.
Artificial intelligence schiet te hulp
Op de APE conferentie van afgelopen januari bleken enkele uitgevers hier ook al mee bezig te zijn. Ook presenteerde enkele start-ups zich met deze service. Allen gebruikten AI hiervoor, meestal (nog) onder menselijke supervisie. Naast samenvattingen in lekentaal, werden er ook voorbeelden gepresenteerd van visuele abstracts (een soort infographics) en audio samenvattingen (men had het over ‘conversational audio’). Interessant gegeven voor de auteurs van het artikel: zo’n samenvatting in lekentaal leverde ook veel meer citaties op!
Conclusie: open Access alleen is niet genoeg
Veel van de Open Access discussie gaat over kosten, businessmodellen en andere zaken betreffende de wetenschappelijke wereld zelf. Voor mij was het dan ook de eerste keer om te kijken wat doelgroepen buiten de wetenschappelijke wereld nodig hebben. Duidelijk werd dat OA op zich niet voldoende is: ondersteunende diensten met als belangrijkste dienst samenvattingen in een toegankelijke taal kunnen zorgen voor een bredere toepassing van de wetenschappelijke output. En AI maakt dat een reële en haalbare optie!
Het volledige rapport is hier te vinden.